Schoonmaakmiddelen: gebruik ze correct!

Correct gebruik

• Lees steeds het etiket*, zowel de voorzijde als de achterzijde, van het schoonmaakmiddel voor het correcte gebruik ervan. * Zie ook: Hoe lees je een etiket? Gevaarsymbolen en hun betekenis.
• Gebruik steeds de aanbevolen hoeveelheid schoonmaakmiddel.
• Spray het product eerst op je poetsdoek en niet rechtstreeks op het oppervlak of het materiaal dat je moet poetsen. 

Veilig werken

• Wees extra voorzichtig met het gebruik van producten op delicate materialen zoals parketvloeren, epoxy, enzovoort. Vermijd het gebruik van azijn. Dit is een bijtend product dat kan zorgen voor grote schade.
• Wissel je van schoonmaakmiddel? Wissel dan ook van doek. Zo meng je geen producten.
• Gebruik handschoenen als je werkt met schoonmaakmiddelen.
• Bewaar schoonmaakmiddelen buiten het bereik van kinderen. Verlucht regelmatig de woning tijdens het werken met schoonmaakmiddelen.
• Zorg zeker voor voldoende verluchting wanneer je schoonmaakmiddelen gebruikt in kleine ruimtes zoals de badkamer, de douche, het toilet, enzovoort. 

Wat je beter niet doet!

• Meng nooit schoonmaakmiddelen.
• Ook al hebben ze een lekker geurtje, toch is het verboden aan schoonmaakmiddelen te ruiken.
• Eet en/of rook niet tijdens het gebruik van schoonmaakmiddelen.
• Werk enkel met schoonmaakmiddelen in de originele verpakking én met leesbaar etiket.

Werk niet met verboden producten

• Verboden producten zijn slecht voor je gezondheid én kunnen schade veroorzaken aan de oppervlakken en materialen waarop ze gebruikt worden.
   
• Verboden producten: 

1. Solventen zoals ammoniak, aceton, terpentijn, white spirit, ether
2. Sterke ontvetters (type Dasty en Cillit Bang)
3. Ontstopper, bijtende soda, zoutzuur
4. Bleekmiddel (type Javel en chloor)
5. Ontkalkers (type Antikal)
6. Brandalcohol
7. Producten voor industrieel gebruik

Gebruik handgel

• Laat je handgel of spray minstens 30 seconden opdrogen na gebruik zodat hij zijn ontsmettende werk kan doen. Dan ben je ook zeker dat alle alcoholdamp weg is.
   
• Steek nooit een sigaret op onmiddellijk nadat je jouw handen hebt ontsmet met alcoholgel. Rond de plaats waar je de gel aanbrengt, komt een kleine hoeveelheid alcoholdamp vrij die kan ontbranden door de vlam van je aansteker. Dit geldt ook voor het aansteken van de barbecue, gasvuur, etc. 
   
• Bewaar handgels en desinfecterende middelen buiten het bereik van kinderen.
   
• Laat handgels niet in de volle zon liggen. Door de opwarming kunnen er ontvlambare alcoholdampen vrijkomen.
   
• Handgels zijn giftig, vermijd contact met ogen en mond. Na inname onmiddellijk arts of antigifcentrum bellen.
   
• Bij voorkeur handen voldoende lang wassen met water en zeep.

Desinfecterende middelen

• Spray desinfecterende middelen niet rechtstreeks op voorwerpen zoals deuren, lichtknoppen, klinken, maar altijd op een doek of papier.

Nuttige telefoonnummers

• Antigifcentrum 
  070 245 245 
   
• Europees noodnummer 
  112 
   
• Politie 
  101 
   
• Brandweer 
  100 
   
• Ambulance 
  100 
   
• Arbeidsarts voor werkgebonden gezondheidklachten

Hoe lees je een etiket?

Leer meer over de gevaarsymbolen en hun betekenis. 

Acute giftigheid

• Dit betekent: schadelijk of dodelijk bij inslikken, inademen of bij contact met de huid. Voorbeelden: Winterproducten met methanol zoals antivries- en ontdooiingsmiddelen.

Bijtend (=corrosief)

• Dit betekent: kan ernstige brandwonden en oogletsels veroorzaken. Voorbeelden: gootsteenontstopper en sterke ontkalkingsmiddelen.

Gezondheidsrisico

• Dit betekent: kan een allergische huidreactie of ernstige oogirritatie veroorzaken; kan schadelijk zijn bij inslikken, contact met huid of inademen; kan het milieu schaden. Voorbeelden: handafwasmiddelen en vaatwasmachinetabletten.

Ernstig gezondheidsrisico

• Dit betekent: kan mogelijk de vruchtbaarheid of het ongeboren kind schaden; kan mogelijk kanker of genetische schaden veroorzaken; kan bij inademing allergie- of astmasymptomen, schade aan de organen of ademhalingsmoeilijkheden veroorzaken. Voorbeelden: thinner (verfverdunner).

Explosief

• Dit betekent: instabiele ontplofbare stof; gevaar voor massa-explosie, scherfwerking, brand of luchtdrukwerking. Voorbeeld: Vuurwerk.

Brandbaar

• Dit betekent: licht of zeer licht ontvlambaar gas, aerosol, vloeistof, damp of vaste stof. Voorbeelden: Spiritus, aceton, smeerolie en spuitbussen met verf.

Oxidatiemiddel

• Dit betekent: licht of zeer licht ontvlambaar gas, aerosol, vloeistof, damp of vaste stof. Voorbeelden: Dit zijn de producten voor de professionele markt, die je in de supermarkt niet tegenkomt.

Gas onder druk

• Dit betekent: bevat gas onder druk; kan ontploffen bij verhitting; kan brandwonden of letsels veroorzaken. Voorbeelden: flessen met zuurstof.

Schadelijk voor het milieu

• Dit betekent: giftig voor in het water levende organismen, met langdurige gevolgen. Voorbeelden: bepaalde gewasbeschermingsmiddelen.

Toelichting bij de gevaarsymbolen

De gevaaraanduidingen en de veiligheidsaanbevelingen geven toelichting bij de gevaarsymbolen.

• De gevaaraanduidingen beschrijven de ernst (bijvoorbeeld 'zeer giftig of schadelijk') en de omstandigheden waarin gevaren kunnen voorkomen (bijvoorbeeld door huidcontact of inademing).
• De veiligheidsaanbevelingen geven aan hoe je een product moet gebruiken om de risico’s te beperken (bijvoorbeeld door beschermende handschoenen te dragen).  
• Twee signaalwoorden geven de mate van gevaar aan: “gevaar” voor de gevaarlijkste producten en “waarschuwing” voor de minder gevaarlijke producten. 

Ongeval met chemische huishoudproducten?

Bel altijd meteen het Antigifcentrum op het gratis nummer 070 245 245. Breng ondertussen de eerste zorgen toe: 

• Laat het slachtoffer niet braken.  
• Spoel langdurig met lauw stromend water in geval van contact met ogen of huid.
• Verplaats het slachtoffer bij het inademen van giftige dampen uit de ruimte.
• Houd de verpakking of het etiket bij de hand. Zo weten de hulpdiensten om welk product het gaat.